Tekst zoeken - Inhoud - namen index |
Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten© |
pag.51 |
Verder was er een kamertje voor de meiden en een voor de scheper. Boven bevonden zich enkele kamers en drie zolders. Bij voorkeur bewaarde men daar de veldvruchten en de opbrengsten uit eigen tuin. Heel anders was het huis van Jan Aelen in het dorp gebouwd: de stal met daarnaast een kamer, de slaapkamer met daarachter een optrekje en dan nog de keuken ernaast. Zo ongeveer moeten we ons de meeste boerenhuizen voorstellen. En Heythuysenshof stelde in 1713 niet veel méér voor: stal, keuken, zolder, kleine kamer (en schuur?). In de stal stond ook de bedstee. Of moeten we hieruit afleiden dat de stal overging op een kamer (met schoorsteen)? Ook Bosmanshof aan het Gebroek dertig jaar later, vertoonde een dergelijke indeling: keuken, kamer, voorhuis, stal en schuur. Geen wonder dat in het register van 1766 sprake is van twee "hofkens". De vakwerkhuizen werden opgetimmerd met pijlers en dwarsbalken met daartussen met leem bedekt vlechtwerk van biezen- takken. Kleine venstertjes, eerst nog zonder glas, lieten maar weinig licht binnen. De vuurplaats bevond zich in de woonkeuken tegen de brandtmuere van baksteen. In die tijd werd ook de stoeve genoemd (D.: Stube). Deze kamer was dan meestal in het verlengde van de keuken gelegen met daartussen eenen doppetten brandt: aan twee kanten een open haard. De schaarse meubels stonden op een lemen vloer, later met keien ingelegd. De meeste huizen waren nog bedekt met een strooien dak. Van een huis hebben we zelfs een plattegrond gevonden uit 1688. De boerderij van Corst Reynders. (tekening 93) Beneden bevond zich de grote woonkeuken met de "brandt" en aan weerszijden een kamertje en de stal naast de moestuin. Daarachter lagen de schapestal en de schuur over de volle breedte 16). We weten dat zich daarboven minstens nog de zolder bevond en mogelijk ook enkele kamertjes. In menig familie-opstel wordt ook een beschrijving gegeven van huis en hof, hetgeen daar meer op z'n plaats mag zijn. VERVAL |
Daarna waren de
muren dringend aan vervanging toe. Anders kon wel eens het volgende gebeuren, zoals Hendrick Thomassen eind juni 1727 berichtte. Hij stond rond het middaguur op straat tegen het huis van Jan Gerardts, toen het huis plotseling begon te wijken en inzakte. Hij riep nog: "Jan, loopt uyt; het huys, het valt." Maar het was al te laat en de man werd onder de balken bedolven. Daar lag hij met gebroken botten en een gescheurde schedel. Hij gaf nog twee snikken alvorens het leven te laten. |
Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten© |
pag.51 |
Eerste  Vorige  46 47 48 49 50 51 52 53 54 55   Volgende  Laatste