Tekst zoeken - Inhoud - namen index |
Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten© |
pag.70 |
De meer vrome parochianen brachten die dag een bezoek aan het "3-HerderkensAltaar". Rogge, gerst, fijn wol en offervlas, evenals geld werden voor het altaar geofferd. Daarbij gaf men gul. De opbrengst maakte elk jaar een derde deel uit van de totale inkomsten uit erfpachten, landerijen, geldrentes en offergaven van de kerkfabriek. Of het gebed van pastoor Wilhelmi hiertoe heeft bijgedragen? 22) Hij schreef: PASTOOR VERVERS Opvolger van pastoor Guilielmi was Georgius Ververs. Hij werd in 1703 geïnstalleerd op Sint-Jan. Toen hij in de parochie kwam wonen, trof hij de pastorie in vervallen toestand aan. Alleen den simpelen romp stond nog overeind. Aan het huis ontbraken deuren, ramen, zolder, dak, gespan en ribben, planken, kepers en portalen. Omdat de pastorie tot last van de gemeente kwam, vroeg de zieleherder voor het nodige geld. Nog binnen een maand kreeg hij uit de landschat een tegemoetkoming van 60 pattacons. Dat was snel, maar niet toereikend. Bij de belegering van Roermond in 1702 waren nog andere huizen in het dorp verwoest of zelfs tot de grond toe afgebrand. |
De gemeente had de zorg voor de pastorie met keuken, twee kamers, graanzolder en kelder, waarin de pastoor zelf ook een aandeel had. Ververs heeft voor de herbouw van zijn huis liefst 300 pattacons uit eigen middelen bijgelegd. Maar dan nog kon de bouw niet naar zijn zin voltooid worden. Zo kon het gebeuren, dat in de winter van 1704 een insluiper zonder veel moeite 's nachts de pastorie binnendrong. Het huis werd geplunderd en de zieleherder vreesde voor zijn leven. DE KAPELAAN Sedert 1704 ongeveer had de pastoor de hulp van kapelaan Francis Simons, afkomstig uit Roermond 23). |
Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten© |
pag.70 |
Eerste  Vorige  65 66 67 68 69 70 71 72 73 74   Volgende  Laatste