Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.67  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

KERKEPAD
De kerkvisitatie uit 1647 vermeldt 200 communicanten in de parochie en er waren geen ketters 6). Een schrijven van de schepenen van Maasniel een jaar later verkondigt, dat zij zich niet zullen aansluiten bij de Gelderse Reformatie, maar "nur unseren alten gewoenheit und gebruyck" blijven aanhouden "nu und allen telden" '). In de kerk stonden drie altaren, gewijd aan de H.Maagd Maria, Sint-Catharina en Sint- Nicolaas. In de toren hingen drie klokken. Het kerkhof naast de kerk was met mergelstenen ommuurd 8).
Het kerkepad van Leeuwen liep niet via de huidige Wilhelminalaan, maar achter de huizen en moestuinen aldaar. Dit voetpad leidde evenwel naar de achterkant van de kerk. Op de prent uit 1699 zien we, dat de kerkhofpoort inderdaad tegenover de pastorie was opgericht aan de Schuttecleverstraete.
Vanuit Asenray liepen twee paden hierheen. Het ene kerkepad liep voorbij de Spick en de Wijer. Het andere, de Asenrader Stappen, was een afkorting van de Jagerstraat over de Donderberg.

J. G. GUILIELMI
Tot uiterlijk 1607 was Merten van gen Hoeffacker pastoor te Maasniel, waarschijnlijk reeds sinds 1566. Hij werd opgevolgd door Laurens Welkers of Walraven. In februari 1636 werd Gerardus Humelius geïnstalleerd als parochieherder en bleef dat tot zijn overlijden in juli 1665 9).
Sindsdien werd Joannes Gregorius Wilhelmi, afkomstig uit Cranenburgh, pastoor te Maasniel. Ook hij bleef hier tot zijn dood in januari 1703. Hij werd bijgestaan door Petrus Ophuisen, kapelaan van 1674 tot 1702. In de parochiekerk van Maasniel wordt nog een vergulde miskelk bewaard, gemaakt ter gelegenheid van de installatie van de pastoor in 1665. Op de zeshoekige voet staat aan een kant de parochieheilige gegraveerd en daartegenover een zesspakig wiel getooid met priesterhoed (wielhelm?).
Bij de pastorie lagen vier morgen akkerland. De Wheem- of Wtthenhoff, zoals het huis in die jaren werd genoemd, was met de hof, schuur, stallen en boomgaard zo'n zes morgen groot. Voor de akkerwinning had de priester de hulp van Paul Houben, sedert 1679 getrouwd met Antonet Vijlen, de meid 10).

 

Op de Donderberg had de pastoor nog eens ongeveer vijf morgen land, toen verpacht aan de koster tegen levering van 31/2 malder graan 11).
Pastoor Guilhelmi was een belezen man. In de boekenkast stonden vele theologische werken en heiligenlevens. Alles natuurlijk in het latijn. Daar kwam later nog zijn eigen reisverslag bij van zijn bezoek aan de stad Rome. In 1674 waagde hij zich aan deze voettocht. Zijn ervaringen schreef hij neer in "Den Roomschen Pelgrim", dat in 1699 in boekvorm werd uitgegeven.
Voor een dorpspastoor leefde hij op grote voet. Jaarlijks gaf Joannes Wilhelmi meer dan 300 rijksdaalders uit aan zijn huishouden. Op het feest van Sint-Laurens gaf hij een groot banket. Snoek, baars, aal, zalm, stokvis, laberdaan en ansjovis met citroenen werden opgediend. Daarna volgde het suikerbanket. Soms trakteerde hij de kinderen onder de christileer op peperkoek 9.
De inkomsten van de pastoor kwamen o.a. uit de grote tiende van Maasniel, waarin hij voor 1/8 deel was gerechtigd. Ook uit de smalle tienden op varkens, lammeren, ganzen, zaad en hooi ontving hij een gelijk achtste deel 12).

ORGEL
In oktober 1681 gaf de pastoor aan de orgelmaker, mr. Bernardt Frick, de opdracht om het orgel in de kerk te "versien (van) hout, iserwerck, loot ende andersints ende voorts alles wat daertoe van noden is", en verder "den blaesbalck te verbrengen ende stellen op 't oxael boven malcanderen", zodat er wat meer plaats overbleef. De orgelmaker kreeg 25 pattacons en de knecht, "die den blaesbalck treek", een halve. Tijdens de werkzaamheden logeerden de orgelbouwer en zijn knecht negen dagen op de pastorie.
Voor de versiering van de kerk had de pastoor dat jaar nog twee grote vercyrde engels, twee schone appelkooseboomen en zes witte lylientacken gekocht van het klooster Godsweerd in de stad 9.
In 1683 werd het orgel geregeld bespeeld door Hendryck Buys en twee jaar later door organist Joseph Biscops.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.67  

Eerste  Vorige  62 63 64 65 66 67 68 69 70 71   Volgende  Laatste