" Maar na enige tijd werd heftig op de voordeur geklopt. De overheidspersonen dachten dat het vreemden waren. Maar zij hadden zich vergist. "Dat sijn wie." riep Martina van buiten. "Doet de deur open." Toen de schepen zei, dat ze bijna klaar waren, antwoordde de ongeduldige vrouw: "Wie deunt het hier soo lang. Men soude in dyen tijdt wel een coninckrijck beschrijven! Ende wie weet wat ghij al schrijft."
Door het tieren van zijn zus en de pijn in zijn hoofd was Gradus niet bij machte nog te spreken. "Gradus, gij hebt uwen vrijheyt niet. Laet ons maer morgen of overmorgen roepen." Maar dat is niet gebeurd en zo kon het testament niet afgemaakt worden. Gradus stierf enkele dagen later op 15 april en werd plechtig begraven in de kerk.
SCHEPEN MAESSEN
Huize Schrijvers ging naderhand over op Jan Maessen en Gertruydt Engelen; waarschijnlijk eerst na het overlijden van Martina Schrijvers, die haar broers en zussen allen overleefde. Zij stierf in mei 1782, bijna 85 jaar oud.
Jan Maessen, schepen aan de Broekhin vanaf 1785, was in juli 1741 geboren als oudste zoon van Wilhelm Maes en Margaretha Cox. In juni 1763 trouwde hij met Gertruydt, dochter van Jan Engelen en Agatha Reutjens, herbergiers te Leeuwen. Daar ging het echtpaar voorlopig ook wonen. Naderhand verhuisde het gezin naar de herberg aan de Broekhin. In de beestenschat van 1787 werd schepen Maessen aangeslagen voor 6 koeien en 65 schapen.