Ruim een eeuw daarvoor gebeurde het volgende. In 1655 werd het kind van Philips Rutten gebeten door een jong varken met een bitziger natuyren. Een varken had evenwel geen verstand en kon voor zijn natuur niet gestraft worden. Derhalve werd besloten het dier ten behoeve van de armen te laten slachten!
BUREAU VAN WELDADIGHEID
De tweede helft van de 18e eeuw kende weliswaar rust op het platteland, maar de toestand in de gemeente verslechterde met het stijgen der jaren. In 1794 werd het gemeentebestuur verzocht om enkele inwoners van Asenray van koren te voorzien om de resterende maanden tot de oogst te kunnen overbruggen, daar zij geenen arbeyd hebbende, en niet en wiste om aent brood voor hunne vrouw en kinderen te krijgen.
Maasniel telde toen 187 huishoudens, waarvan zo'n 57 armlastig en derhalve waren aangewezen op de armenkas en de hulp van de naburen. Bijna het derde deel van de gezinnen was noodlijdend. Ook met de gemeentemiddelen zelf ging het zienderogen achteruit.
De Tafel van de H.Geest overleefde de Franse Tijd niet. Eerst in 1825 werd in Maasniel voor de behoeftigen in de gemeente een nieuwe armenkas ingesteld onder de naam Bureau van Weldadigheid. Leden van de gemeenteraad namen hierin zitting onder voorzitterschap van schepen (=wethouder) Jan-Willem Janssen. Burgemeester Maessen nam het beheer der gelden voor zijn rekening.
Vanuit de kerk werd midden 19e eeuw eveneens een armenkas opgericht onder goedkeuring van de bisschop. Ook nu werd het bestuur gevormd door (drie) vooraanstaande inwoners. Over haar bemoeienissen is verder niets te melden.