Ook hier gold, dat de "somerssen" van de akkers zouden blijven zolang de tienden nog op het veld stonden. Zij zouden immers in de verleiding kunnen komen, om bij dit na-oogsten ook hiervan een graantje mee te pikken. Nadat sommigen de velden toch wat al te royaal hadden afgestroopt, werd het seumeren op andermans akkers in 1782 verboden 29).
Het was (in 1738) ook verboden om de schapen en koeien te weiden aan de batten, op de aanwas en de Witsengriend. Ook mocht men daar geen witsen of ander hout snijden op straffe van liefst tien goudguldens.Tussen 1820 en 1840 sloeg het water de batten stuk. Steeds meer grond van de aanwas werd afgekalfd en de rivier verlegde opnieuw haar bedding. Op de oudste kadasterkaart is te zien, dat van de Witsengriend nog maar een klein deel is overgebleven. In 1849 volgde een grote overstroming.
Terwijl eerder al de grote heerbaan naar Venlo was verlegd, werd in 1858 een aanbeveling geschreven voor de aanleg van een spoorweg. Over de landkaarten werden nieuwe lijnen getrokken.