Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.30  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

In de gemeente Maasniel waren deze keurmeden verschuldigd aan de vrijheer van Dalenbroek als nazaat van de oorspronkelijke eigenaar van de laathof.
Wanneer de grond in andermans bezit overging, had de vrijheer de keus uit het beste stuk vee, pand of paard. Omstreeks 1700 (en misschien al eerder) werd de keurmede in geld betaald: namelijk de geschatte waarde van het pand. Later werd dit vastgesteld op een pattacon per morgen land. Dat was praktischer, ook al omdat veel goederen in de loop der tijd waren opgedeeld onder meerdere personen 33).
In 1661 waren de jezuïeten zo'n keurmede schuldig gebleven. Toen twee schepenen op de Spick aankwamen om deze alsnog te innen, bleek niemand thuis te zijn. Om aan te tonen, dat zij op de hof waren geweest, hebben zij "tot een lijckteken" een splinter van de huisdeur afgesneden en daarop de bode naar de stad gestuurd om het bericht over te brengen 34).
De administratie van deze leen- en Iaatroerige goederen was in het slop geraakt, waardoor "veele van dese onderpanden verdonckert were". In 1766 werd derhalve een nieuw register samengesteld. Daarin staan liefst 54 van deze oude laatgoederen onder Niel en Asenray beschreven, vergezeld van een kaartje in kleur. Hierop staan akkers, bossen, moerassen en boerderijen ingetekend.
Van elke keurmede was een (onvolledige) lijst van opvolgende eigenaars of "ophelders" (=stamhouders) bijgehouden.
Zodoende kan men de oorspronkelijke eigenaars (=stam) opsporen. De meeste stamlijnen gaan terug tot ongeveer 1400.
Dat komt dan aardig overeen met de volgende overdrachten, waaruit blijkt dat de laatbank(en) uiterlijk in het midden van de 14e eeuw opging(en) in de schepenbank van Maasniel.
In 1338 werden 10 bunder akkerland op de Donderberg onder het laatgoed der heren van Niel overgedragen aan de Munsterabdij van Roermond in bijzijn van een richter en drie laten, evenals in 1332 al eens gebeurde 35).
De nieuwe schepenbank regelde aanvankelijk alleen haar taken in Niel en Asenray.

Leeuwen kende een eigen laatbank, die bleef voortbestaan tot in de 18e eeuw.
Maar al voor het jaar 1700 zien we ook deze geleidelijk opgaan in de schepenbank van Maasniel, die toen steeds vaker haar gezag als zodanig uitbreidde over de hele gemeente.
Toen in 1723 enkele akkers werden verkocht aan de eigenaresse van Sordelshof, gebeurde dat voor de schepenbank, mede in haar functie als laatbank. Daarbij werden de "hoffhoorige goederen voor den laetgerichte deser vrijheerlijckheyd" overgedragen. Een keurmedig goed stamde dus uit een verdwenen laathof en behoorde tot de oudste goederen in de gemeente. (Kaart21) Enkele keurmeden werden geheven op akkers in het Tegelarijeveld en behoorden tot de boerderij op Schaitbroeck. De gronden van de Munsterabdij op de Donderberg waren zowat allemaal keurmedig aan het huis Dalenbroek. In 1391 al werden de kartuizers ontslagen van alle cijnzen en keurmeden, die zij toen verplicht waren aan Reynolt van Valkenburg. Deze kunnen dus niet meer in kaart gebracht worden 36). In 1332 werd het gasthuis door Johan van Asenrade vrijgesteld van een keurmede bij haar boerderij nabij de Straat. Hieruit mag men veronderstellen dat de keurmeden onder Asenray, rond 1300 nog horig aan de heren van Asenray, via het huis Heinsberg zijn overgegaan op de vrijheer van Dalenbroek? 37) Niet alle keurmeden werden in 1766 in kaart gebracht. Soms was de beschrijving onvolledig. De oudere stukken waren dan verloren gegaan of moeilijk te lezen.
In 1650 was men bij de overdracht van de Tegelarije zo'n keurmede vergeten. Men wilde er de nieuwe eigenaar, gouverneur Sitot, niet mee belasten. Derhalve werd een overeenkomst gesloten tussen de stad, als verkoopster van de grond, en de vrijheer van Dalenbroek. De stad betaalde 100 pattacons, waarvoor de vrijheer het goed onthief van zijn verplichtingen en geen nieuwe stam of "ophelder" zou instellen. Hij kon de keurmede opnieuw instellen ("aanleggen") door 70 pattacons aan de stad terug te betalen 38).


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.30  

Eerste  Vorige  25 26 27 28 29 30 31 32 33 34   Volgende  Laatste