Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.392  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

OUD ROECKHUYS GOED

"Anna Thomassen, wed. van Geurt Thijssen, geraeckt sijnde tot grooten ouderdom ende aermoedt, geerne hadde alimentatie van haere kinderen, waerover sij de kinderen in alle vrintschap heeft versocht ende daertoe inder minne niet kan geraecken..."
In 1636 kochten Wilhelm Thomass en zijn vrouw Enneken Joosten van Gielis van Haften en jonkvrouwe Anna van Baerlo, echtelieden, een boomgaard van ruim 21/2 morgen groot met 25 vruchtbomen daarop, soo ende gelijck denselven is ghelegen binnen den dorpe van Maesniel, mit eener zijden benefffens den kirckhoff ende mitter anderen zijden Geert Baeckhovens erve, tussen de Schutte-Klevere en de dorpsstraat. Tevens kochten zij nog de moeshof aan de beek, alles tesamen voor 1000 gulden. De boomgaard was belast met een cijns van een half malder rogge jaarlijks aan de kerk, te leveren op Sint-Andries. In die tijd waren de boomgaarden beeldbepalend voor het dorp Nyell. Hier stonden toen nog maar weinig huizen en alleen de torenspits van de kerk stak boven de bomen uit.
In 1664 kreeg schepen Thomassen nog moeilijkheden omtrent de afscheiding van zijn boomgaard, die -volgens de nieuwe buurman Goerdt Cox- te ver was afgepaald. Maar Willem Thomae beweerde, dat zijn grond als vanouds liep tot aan de heg en de oude haeghendoornestruiken, en hij stond niet toe dat de grenspaal op de hoek zou verplaatst worden. Het gerecht besliste dienovereenkomstig, dat Thomassen in zijn recht zou blijven totdat het tegendeel was aangetoond.

HENRICH ROCHUS
Sinds we de voorouders van de verkopers kennen, weten we tevens meer over de afkomst van de boomgaard.

Anna van Baerlo was namelijk een kleindochter van Nicolaes Spee van Vorst (schout van Dalenbroek 1619-1625) en Maria Heysterman. Boomgaard en moeshof moeten haar uit erfenis zijn toegevallen. De geschiedenis van dit goed gaat dan terug tot het einde der middeleeuwen, om precies te zijn tot 1491. 's Anderendaags na Sint-Laurens dat jaar verkocht Derick Rochus zijn ouderlijk huis en hof in de dingbank van Niell in hoegen ende legen, naeten ende droegen naast de kirckenmoeren aan Henrich Rochus en diens vrouw Stijne. Zij kochten in 1519 nog drie bunder land aan de Spork. Nu was het verder zo, dat Hendrick het goed in alle rust en vrede heeft genoten, totdat hij met vrouw en kinderen naar het land van Gulik is moeten vluchten toen de legers voor de stad lagen. (De Gelders-Gulikse oorlog eindigde met de vrede van Venlo in 1543.) Teruggekeerd in het dorp heeft Henrich Rochus zijn goederen beleend bij Nicolaes Spee, mogelijk om zijn huis nieuw te timmeren.
Toen de schulden na Hendricks dood niet betaald konden worden, heeft Spee (schout van Dalenbroek 1565-1589) op huis en hof en aanverwante goederen beslag laten leggen en tot zijn eigendom gemaakt. In 1574 en 1581 heeft hij zich nog in het bezit van boomgaard en moestuin laten bevestigen. Maar in 1633 probeerden de kinderen Roeckhuys uit Roermond, met name Helena Rochus en Tryncken, dochter van Johan Rochis, deze goederen terug te vorderen van de erfgenamen Spee. Dat is hen niet gelukt. Johan Rokarts en zijn zus Agnes werden nog in de jaren zestig van de 16e eeuw genoemd. Agnes trouwde toen met Alert Beckerts.
Deze voorgeschiedenis verklaart tevens, waarom in de koopakte van 1636 zo uitvoerig werd ingegaan op eventueel te verwachten moeilijkheden na de overdracht. De erfgenamen Rochus hebben heel wat pogingen ondernomen om het oude erfgoed terug te winnen.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.392  

Eerste  Vorige  387 388 389 390 391 392 393 394 395 396   Volgende  Laatste